Kunstkopdetrein V

Barmouthnail

Ik heb van origine eigenlijk altijd een frisse hekel gehad aan het openbaar vervoer, het ooooveee. Het klinkt als ‘Owee’ en zo voelde dat voor mij ook. Treinen die niet op tijd rijden, treinen die niet rijden, treinen met vierkanten wielen door de blaadjes. Een trein stopt nooit voor het adres waar je moet zijn. Dus na tig keer overstappen mag je ook nog een wereldreis gaan maken met de bus. Die dan maar één keer in het half uur rijdt en net weg is. Toevallig, precies op tijd. Moet je plassen dan zit je in een sprinter. Als het regent ruikt alles naar natte hond en in de stiltecoupe schijnen altijd dyslectische kippen te zitten. Nee, dan maar geen oovee. Tot ik een vriendje kreeg, die uit nobele milieu overwegingen met het oovee reisde.  En ineens vond ik het toch ook wel leuk om niet op het asfalt te staren maar naar groene velden. En in dat groene veld valt je dan ineens een busje op met de opdruk ‘Groenvoorziening’.

Vriendje is al een tijdje exit maar het oovee bleef. En begin juni, behept met een schrijversblokkade, startte ik een reis met het oovee naar het woeste Wales. En alles wat in het buitenland met het oovee mis kon gaan, daar stak mister Murphy ook zeker geen stickje voor. Een springer aan Britse zijde gaf een delay van drie uur. Alle tickets en gereserveerde plaatsen vervallen. Regen en wind in overvloed. Rennen van perron naar perron en uiteindelijk superlaat en diep in de nacht aankomen op bestemming.

De dag daarna even geen oovee meer. Op advies van de uitbaters van Bed and Breakfast Bryn Melyn, ga ik Barmouth by bad weather bezichtigen. ‘It blows away the cobwebs’ zegt Heather enthousiast. Dat schijnt te helpen bij een schrijversblokkade.

Wandelschoenen aan, capuchon op en hup het landschap in. Schuin tegen de storm in verlaat ik mijn warme onderkomen. Ineens loop ik in een hoek van 90° naar beneden, de wind houdt mij overeind op een hellingspercentage van op z’n minst 30%! Na een lichte schuiver over het bemoste pad ga ik tegen de helling aanhangen en loop zo met kleine pasjes naar beneden. Ik kuier richting baai en zie dat er al een groot gedeelte droog is gevallen. Zien is maar van korte duur, de droogte is dusdanig dat ik onmiddellijk gezandstraald word. Het strand ligt opgehoopt op de kleine boulevard. Knarsend op het zand en wars van nog meer onvrijwillige scrub, loop ik het dorp maar weer in of zeg maar klimmen. En dat gaat niet al te snel.

Ik wandel richting Old Town en kom de St. Johns Hall Gallery tegen. Binnen word ik opgevangen door een bebaarde man die mij onder andere prachtige schilderijen van Robert Perry laat zien. Ze beelden The Black County Birmingham bij nacht uit. Toevallig heeft mijn eerdere reisgenote Annemie mij daar ook al over verhaald. Nu zie ik het verbeeld in olieverf, veel donkere tinten met lichtplekjes. Als ik tegen mijn gids zeg dat het opvallend is dat er veel art in kerkjes te vinden is, kijkt hij mij verstoord over zijn bril aan: ‘I don’t know, you’ve been to Wales, not me.’ Ik vraag me af wat ik verkeerd gezegd heb. Hij heeft al snel door dat ik de dure werkjes niet ga meenemen en trekt zich geruisloos terug.

Het is inmiddels lunchtijd geworden en bij Davy Jones Locker bestel ik een salade met Ierse garnalen en een Mary Rose saus, die verdacht veel naar cocktailsaus smaakt. Ik besluit er een pint cider bij te nemen en heb er meteen spijt van, wat een zoete troep!

Daarna gaat de wandeltocht richting Pont Abermaw, de befaamde houten spoorbrug uit 1867. De wind is langzaam iets aan het afnemen en hier en daar verschijnen blauwe plekken in het wolkendek. De houten brug is prachtig en blijkt tot voor kort nog een tolbrug te zijn geweest. Met de gedempte klanken van het hout onder mijn schoenen, bekijk ik de stalen bogen van het eerste gedeelte van de brug. Daarna strekt de brug zich, verdeeld in een gedeelte voor voetgangers en een gedeelte voor het spoor, kaarsrecht uit naar de groene overkant.

Barmouthpontabermaw

Met de wind in mijn oren en de meeuwen die op de wind zwevend voorbij komen, mijmer ik wat over de brug. Ik zie dat er tussen de oude bijna zwarte planken hier en daar een hele nieuwe licht bruine geplaatst is. Het lijken wel gedachten en ideeën die soms door lezen, leren of een filosofische discussie vervangen worden door nieuwe inzichten. Aan het einde van de brug besluit ik naar beneden te klauteren om de fundamenten te bekijken. Gek eigenlijk dat die fundamenten minder snel aan vervanging toe zijn, die moeten dus de tand des tijds goed kunnen doorstaan. Denken wij er wel genoeg over na over onze eigen fundamenten?

Ik wandel een stukje voort over de drooggevallen zandplaten. Een eindje verderop ligt een gezonken en half vergaan bootje. Ik moest ineens denken aan alle plannen die ik tijdens mijn leven heb gemaakt. Daar zou dat bootje wel eens een metafoor voor kunnen zijn.  Het bootje bleek niet bestand tegen de stroom, het weer en de wind. En daarmee vergingen soms de ambitieuze plannen. Dit bootje stond voor mij symbool voor gezonken ideeën, maar die het onder de oppervlakte nog vaak verrassend lang uithouden. Ik besluit om te kijken of er misschien nog een boutje of een moertje van het bootje te redden valt. Als ik bijna een duikeling maak door de natte algen, laat ik het er maar bij.

Een eindje verderop ga ik tegen de wering zitten en geniet van het doorgebroken zonnetje. Boven mij bonkt er langzaam een trein voorbij, misschien wel de trein waar ik vandaag op had moeten zitten. Het voelt bijna als spijbelen. Als ik na een uurtje opsta om weer op weg te gaan, zie ik daar ineens een oude nagel liggen. Die moet bij het vervangen van de planken naar beneden gegooid zijn. Waar zou die eigenlijk voor symbool staan? Ik neem hem mee als souvenir.

Het is etenstijd en ik zoek de restaurants op die ik onderweg al gezien heb. ‘The Lobsterpot’ lijkt mij een uitstekende keuze. Kreeft op het menu, een koningsmaaltijd. Per sms heb ik het thuisfront al gek gemaakt. Als ik echter bij een dichte deur kom, hangt daar een ongastvrij kaartje: ‘Out of season’. Uiteindelijk beland ik in ‘The Last Inn’, whats in a name?

Tijdens het eten krijg ik een sms van mijn vriend: ‘19.03 Hej, Het kan in Wales onmogelijk regenachtiger zijn dan hier… Vanavond 21.00 uur lokale tijd maar eens aan een dame in je omgeving vragen wat op haar vandaag de meeste indruk heeft gemaakt hihi… Plezier verder.’ Ik denk even later via een man aan de volgende tafel in gesprek te komen met zijn vrouw. Hij heeft net drie mannen weten af te wimpelen die bij hem aan zijn tafel wilden komen zitten. ‘Jullie mogen komen zitten, alleen mijn vrouw komt er dan ook nog bij zitten.’ Dat vonden ze niet zo’n goed idee. Ze kijken nog naar mij, zielsalleen aan mijn tafeltje, maar nee, dat doen ze ook maar niet. De vrouw van de man komt terug benen naar het tafeltje. Manlief doet verslag van het voorval. Zij kijkt verstoord naar mijn lege tafel en vraagt pinnig: ‘Are you from here?’ – ‘No, I’m from Holland’ zeg ik met een glimlach. Ze kijkt haar man vuil aan en gaat met haar rug naar mij toe zitten, einde conversatie.

Ik kom verder geen potentiële gesprekspartners van het vrouwelijk geslacht tegen dus ik besluit maar terug te wandelen naar de B&B. Onderweg word ik weer onaangenaam verrast door het steile pad naar boven. Halverwege sta ik even uit te puffen en ik zie ineens een helblauw tafereeltje waarmee ik de dag ervoor een sms opdracht had kunnen vervolmaken.

BarmouthBlue

Tegen 21.00 uur ben ik terug in Bryn Melyn alwaar Heather mij nog een lokale whisky inschenkt. Het lijkt mij ineens een lumineus plan om haar te vragen wat voor voorval er indruk op haar gemaakt heeft. Ze kijkt me even verbaasd aan: ‘Als je shoppen indrukwekkend vindt, ik heb een broek gekocht’. Terwijl ik aan mijn drankje nip, vind ik stilletjes ‘slechts een broek’ inderdaad een achtenswaardige prooi voor een shoppende dame…

Over Kunstkopje

Verwondering en humor gebruik ik als uitgangspunt om de wereld begrijpelijk te maken. Door het woordgeknutsel wil ik daardoor wel eens uit de bocht vliegen. Maar u mag mij dan weer op weg helpen. Vind U mijn blogs leuk? Delen mag altijd... Enjoy
Dit bericht werd geplaatst in Cultuurlijk, Reizen, Werelds en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

4 reacties op Kunstkopdetrein V

  1. annemie zegt:

    Ja, inderdaad ‘woest’ Wales is een mooie uitdrukking. Rugged is dat in het Engels.
    Maar je hebt op de meeste plaatsen wel een heel groot strand voor jezelf he.
    Het beeld van het bootje en je eigen leven daarmee vergeleken vind ik heel poetisch.
    De twee eetgelegenheden die je vermeldt zijn wel echt tof volgens mij.
    Davy Jones’ Locker ben ik even gaan opzoeken was Ty Gwyn of The White House en het werd gebouwd in de 15de eeuw.
    The Last Inn is even oud.The building dates back to the 15th century, when it was a shoemaker’s home, and the owners have done all they can to maintain the inn’s character.The building dates back to the 15th century, when it was a shoemaker’s home, and the owners have done all they can to maintain the inn’s character.
    Decorated with a plethora of fishing and sea faring artefacts, there’s inglenook fireplaces and original ships’ timber beams, plus a wall mural depicting a panoramic history of the harbour and its people.
    Wacht nieuwsgierig op de rest van je verhaal uit Wales.

    Geliked door 1 persoon

  2. annemie zegt:

    Diane, ja blogs schrijven is niet zo makkelijk neem ik aan. Het is vooral een kwestie van de lezer te blijven boeien he. Dat doe je wel hoor.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie